hoofdverpleger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoofdverpleger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoofd·ver·ple·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdverpleger hoofdverplegers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehoofdverplegerm

  1. (medisch) (beroep) leidinggevende verpleegkundige
     Mercy had geluk. Ze ging voor eerste hulp naar de kliniek van FHOK. De kliniek helpt nog steeds vrouwen die binnenkomen met complicaties na een onveilige abortus. "We zien steeds meer vrouwen binnenkomen", zegt hoofdverpleger Marita. Volgens Moreka van de vrouwencoalitie sterven er zeven vrouwen per dag in Kenia door een onveilige abortus. "Dit gaat toenemen."[1]
     De hoofdverpleger heeft lang volgehouden dat de stem van zijn overleden moeder opdracht had gegeven tot de moorden, maar trok die verklaring eind vorig week in.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord hoofdverpleger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Elles van Gelder
    “'Meer abortussen in ontwikkelingslanden door anti-abortusbeleid in VS'” (Dinsdag 27 augustus 2019, 20:00), NOS
  2. Weblink bron “Levenslang voor Belgische verpleger” (Vrijdag 2 april 2010, 21:00), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.