hoogtijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoogtijd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoog·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoogtijd hoogtijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehoogtijdm [2]

  1. periode dat men op zijn best is of was
  2. (religie) religieuze feestdag
Synoniemen
Opmerkingen
  • het is hoog tijd in de betekenis dat men zich moet haasten schrijft men los van elkaar

Gangbaarheid

  • Het woord hoogtijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.