hoogtijd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoogtijd (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hoog·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoog bn en tijd zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogtijd | hoogtijden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de hoogtijd m [2]
- periode dat men op zijn best is of was
- (religie) religieuze feestdag
Synoniemen
- [1] hoogtij, bloeitijd, hoogtijperiode
Opmerkingen
- het is hoog tijd in de betekenis dat men zich moet haasten schrijft men los van elkaar
Gangbaarheid
- Het woord hoogtijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.