hoorapparaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoorapparaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoor·ap·pa·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoorapparaat hoorapparaten
verkleinwoord hoorapparaatje hoorapparaatjes

Zelfstandig naamwoord

hethoorapparaato

  1. toestel voor slechthorenden om het gehoor te versterken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoorapparaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.