hoorbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoorbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoor·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de stam van horen met het achtervoegsel -baar.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hoorbaarhoorbaarderhoorbaarst
verbogen hoorbarehoorbaarderehoorbaarste
partitief hoorbaarshoorbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

hoorbaar

  1. dat wat gehoord kan worden
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoorbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.