audio

Nederlands

Niet te verwarren met: audio-
Uitspraak
  • Geluid:  audio    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑudijo/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • au·dio
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord audio audio's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deaudiom

  1. (elektronica) de techniek van het opnemen, verwerken en weergeven van in elektronische signalen omgezet geluid, geluidsverwerkingstechniek
    • Voor zowel video als audio beschikt de studio over de nieuwste apparatuur. 
  2. geluid
Hyponiemen
  • dvd-audio
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord audio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Latijn

Werkwoord

vervoeging van
audīre

audiō

  1. actief indicatief praesens, eerste persoon enkelvoud van audīre

Pools

Uitspraak
  • IPA: /awdʲjɔ/
  • Geluid:  audio    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

audio o

  1. audio
Afgeleide begrippen
  • audioteksowy
  • audiotele
  • audio-wideo
  • audiowizualny
Verwante begrippen
  • audiofilia
  • audiofilski
  • audiologia
  • audiologiczny
  • audiometria
  • audiometryczny
  • audiowizualnie

Meer informatie

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

audio o

  1. audio

Meer informatie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /aʊ̯̯dɪjɔ/
Woordafbreking
  • au·dio

Zelfstandig naamwoord

audio o

  1. audio
Verbuiging
Afgeleide begrippen
  • audiopřehrávač monbezield
  • audiosignál monbezield
  • audiotechnika v
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Bijvoeglijk naamwoord

audio

  1. audio-
Verbuiging
  • Onverbogen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.