horlogewinkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  horlogewinkel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hor·lo·ge·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord horlogewinkel horlogewinkels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehorlogewinkelm

  1. (handel) winkel waar men horloges verkoopt en repareert
     Nee, al is de frequentie van de acties de laatste maand wel flink opgeschroefd. De hele maand oktober waren er in het Verenigd Koninkrijk acties die varieerden van het onderspuiten van een horlogewinkel met oranje verf tot het blokkeren van wegen en bruggen. Toch zijn de acties niet afgelopen maand begonnen.[1]
     Drie dagen na de spectaculaire juwelenroof in het luxueuze Carlton-hotel in Cannes hebben onbekenden in de Zuid-Franse stad een horlogewinkel overvallen. Twee mannen stapten vanmiddag met een vuurwapen en een granaat de zaak aan La Croisette binnen en bedreigden het personeel. De daders gingen volgens verschillende bronnen met 40 uurwerken aan de haal. Niemand raakte gewond.[2]
Synoniemen
  • uurwerkwinkel
Verwante begrippen
  • klokkenwinkel

Gangbaarheid

  • Het woord horlogewinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Just Stop Oil: wie zijn deze klimaatactivisten en wat willen ze?” (woensdag 2 november 2022, 18:47), NOS
  2. Weblink bron “Weer roofoverval in Cannes” (31-07-2013), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.