huisbrand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huisbrand    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhœyzbrɑnt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • huis·brand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huisbrand huisbranden
verkleinwoord huisbrandje huisbrandjes

Zelfstandig naamwoord

dehuisbrandm

  1. vuur dat delen van een woning verteert
  2. brandstoffen voor gebruik in een woning
Opmerkingen
  • Het meervoud en het verkleinwoord komen alleen in de eerste betekenis voor.
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord huisbrand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.