huiszwaluwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huiszwaluwen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • huis·zwa·lu·wen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huiszwaluwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehuiszwaluwenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord huiszwaluw
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) een geslacht Delichon  van zangvogels uit de familie zwaluwen (Hirundinidae ). De soorten uit dit geslacht zijn nauw verwant aan de soorten uit het geslacht Hirundo . Ze zijn meer gedrongen van postuur dan de Hirundo-soorten met een korte, gevorkte staart. Het kleurenpatroon is kenmerkend zwart, staalblauw en met een witte stuit
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord huiszwaluwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.