zwaluwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwaluwen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zwa·lu·wen
Woordherkomst en -opbouw
  •  zwaluw zn  met de uitgang -en
enkelvoud meervoud
naamwoord zwaluwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dezwaluwenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zwaluw
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) een familie Hirundinidae  uit de orde van zangvogels. De familie telt 19 geslachten en 88 soorten
     Zwaluwen doken om mijn oren en voor me uit.[1]
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zwaluwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.