hulparbeider

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hulparbeider    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhʏlpɑrbɛidər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hulp·ar·bei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hulparbeider hulparbeiders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehulparbeiderm

  1. (beroep) iemand die vakmensen helpt bij het doen van hun werk
     Hij werkte als hulparbeider in de bouw en was geruime tijd werkloos alvorens als sociaal werker naar Nigeria te vertrekken.[1]
     Na de invoering van de D-mark, nu er opeens een teveel aan arbeidskrachten in de voormalige DDR bleek te zijn, werden de Vietnamese hulparbeiders ijlings ontslagen.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'hulparbeider' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Major, ijverig verdediger” (22 november 1990) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    Raymond van den Boogaard
    “Vietnamese gastarbeiders DDR moeten naar huis” (29 december 1990) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.