hulpgeld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hulpgeld    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hulp·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hulpgeld hulpgelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hulpgeld o

  1. geld dat dient om een persoon of organisatie te helpen
    ▸ Aan de rand van de berg wonen mensen in grote armoede, vaak illegalen, bij wie het hulpgeld waarschijnlijk nooit terechtkomt, denkt Pauw.[2]
    ▸ Correspondent Bram Vermeulen was vorige maand in Liberia. Ook hij zag dat veel hulpgeld niet goed terecht is gekomen.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hulpgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. ↑ Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Pauw: 'De zwakkeren zijn nooit klaar, dat is op Sint-Maarten ook zo'” (Maandag 11 februari 2019, 14:08), NOS
  3. ↑ Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Miljoenen aan hulpgeld ebola-crisis verdwenen” (Vrijdag 3 november 2017, 17:57), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.