hypnotiseur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hypnotiseur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hyp·no·ti·seur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hypnotiseur hypnotiseurs
verkleinwoord hypnotiseurtje hypnotiseurtjes

Zelfstandig naamwoord

dehypnotiseurm

  1. (beroep) iemand die beroepsmatig anderen hypnotiseert
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hypnotiseur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Frans

Uitspraak
  • IPA: /ip.nɔ.ti.zœʁ/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  hypnotiseur     l'hypnotiseur     hypnotiseurs     les hypnotiseurs  

Zelfstandig naamwoord

hypnotiseur

  1. (beroep) hypnotiseur
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.