hypo
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hypo (hulp, bestand)
- IPA: /ɦipoː/
Woordafbreking
- hy·po
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het oud-Griekse woord ὑπό ("onder").
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hypo | hypo's |
verkleinwoord | hypootje | hypootjes |
Zelfstandig naamwoord
het hypo o
- (medisch) (verkorting) te weinig glucose in het bloed
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord hypo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hypo" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.