hypo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hypo    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɦipoː/
Woordafbreking
  • hy·po
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het oud-Griekse woord ὑπό ("onder").
enkelvoud meervoud
naamwoord hypo hypo's
verkleinwoord hypootje hypootjes

Zelfstandig naamwoord

hethypoo

  1. (medisch) (verkorting) te weinig glucose in het bloed
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord hypo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.