hypotheekaftrek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hypotheekaftrek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hy·po·theek·af·trek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hypotheekaftrek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehypotheekaftrekm

  1. (politiek), (economie) een belastingvoordeel voor de bezitters van een eigen huis die hypotheekrente betalen
     Ook AFM begint over hypotheekaftrek: Topman Ronald Gerritse van de Autoriteit Financiële Markten roept het kabinet op een begin te maken met de geleidelijke afschaffing van de hypotheekrenteaftrek.[1]
     De Hoop Scheffer: hypotheekaftrek moet anders: CDA-prominent De Hoop Scheffer vindt dat er iets moet veranderen aan de hypotheekrente-aftrek, zei hij bij BNR Nieuwsradio. Hij noemde het zonneklaar dat er iets moet gebeuren.[2]


Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'hypotheekaftrek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Ook AFM begint over hypotheekaftrek” (woensdag 14 december 2011, 19:02), NOS
  2. Weblink bron “De Hoop Scheffer: hypotheekaftrek moet anders” (donderdag 8 december 2011, 12:10), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.