woonbonus


Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woonbonus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woon·bo·nus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonbonus woonbonussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewoonbonusm

  1. (politiek), (economie) een belastingvoordeel voor de bezitters van een eigen huis die hypotheekrente betalen
     Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (woonbonus): Als u een hypothecaire lening afsloot voor 1 januari 2016, voor de aankoop van een enige en eigen woning, dan kunt u genieten van de woonbonus, een belastingvermindering gedurende de looptijd van de lening. De eerste 10 jaar kunt u zelfs een verhoging van die belastingvermindering krijgen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord woonbonus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (woonbonus)”, vlaanderen.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.