indehaver
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈenəˌhæˀvʌ/
Woordafbreking
- in·de·ha·ver
Woordherkomst en -opbouw
- Afleiding van het Deense woord indehave met het voorvoegsel inde- en met het achtervoegsel -er.
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | indehaver | indehaveren | indehavere | indehaverne |
genitief | indehavers | indehaverens | indehaveres | indehavernes |
Zelfstandig naamwoord
indehaver g
- bezitter, eigenaar (mannelijke vorm)
- bezitster, eigenares (vrouwelijke vorm)
- houder, rechthebbende (mannelijke vorm)
- houdster, rechthebbende (vrouwelijke vorm)
Hyperoniemen
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
Verwijzingen
- indehaver in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.