industriebouw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: industriebouw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·dus·trie·bouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van industrie zn en bouw zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | industriebouw | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de industriebouw m
- (economie) het bouwen van industriële complexen en andere voor de industrie noodzakelijke bouwwerken
- ▸ Gisteren werd bekend dat Air Products het contract met de onderaannemer - Ballast Nedam Industriebouw dus - had opgezegd vanwege een conflict. Werknemers van Ballast Nedam en door hen aangestelde onderaannemers waren sinds vorige week al niet meer welkom op de bouwplaats.[1]
Gangbaarheid
- Het woord industriebouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Ruim 150 bouwvakkers stikstoffabriek Zuidbroek voor dichte poort” (maandag 9 januari 2023, 10:43), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.