inkomstenverlies

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inkomstenverlies    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·kom·sten·ver·lies
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inkomstenverlies inkomstenverliezen
verkleinwoord inkomstenverliesje inkomstenverliesjes

Zelfstandig naamwoord

hetinkomstenverlieso

  1. (economie) vermindering van de hoeveelheid geld die men verdient
     Van der Linden vindt dat de boer welbewust risico's heeft genomen door zijn mond te houden over de Q-koorts-besmetting op zijn bedrijf, terwijl hij tegelijk wel bezoekers toeliet. Van der Linden zegt in NRC dat de boer uit angst voor inkomstenverlies handelde.[1]
     De slachtoffers kwamen allemaal in het ziekenhuis te liggen door de salmonellabesmetting. Ze zijn inmiddels weer thuis, maar het herstel verloopt wisselend, aldus Drost. Ze eisen een vergoeding voor inkomstenverlies en gemaakte ziektekosten en smartegeld.[2]
  2. (economie) vermindering van de verdiensten van een bedrijf
     De telers zelf denken daar heel anders over. Van Ruiten van Glaskracht vreest absoluut niet voor inkomstenverlies door de komst van high tech city farming en verwacht dat er wereldwijd blijvend vraag zal zijn naar de producten uit het Westland.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord inkomstenverlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Q-koorts-slachtoffer doet aangifte van dood door schuld” (dinsdag 15 november 2016, 07:00), NOS
  2. Weblink bron “Schadeclaim om salmonellazalm” (donderdag 18 oktober 2012, 05:59), NOS
  3. Weblink bron “Een lekker vers slaatje, geplukt op de twaalfde verdieping” (woensdag 22 juli 2015, 08:07), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.