inrichtingsplan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inrichtingsplan (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·rich·tings·plan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van inrichting zn en plan zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inrichtingsplan | inrichtingsplannen |
verkleinwoord | inrichtingsplannetje | inrichtingsplannetjes |
Zelfstandig naamwoord
het inrichtingsplan o
- wat men met de inrichting van een gebouw of gebied van plan is te gaan doen
- ▸ De Amsterdamse wethouder Van Doorninck van Ruimtelijke Ontwikkeling verwacht in het najaar afspraken te kunnen maken over een definitief inrichtingsplan voor het IJ. Die moeten dan worden door het gemeentebestuur worden beoordeeld.[1]
Gangbaarheid
- Het woord inrichtingsplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Advies: twee nieuwe bruggen en veerponten over het Amsterdamse IJ” (vrijdag 26 juni 2020, 17:07), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.