inschrijftermijn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inschrijftermijn (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·schrijf·ter·mijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van inschrijf ww en termijn zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inschrijftermijn | inschrijftermijnen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de inschrijftermijn m
- de periode dat men kan aangeven dat men ergens aan wil meedoen; periode dat men zich voor een activiteit kan inschrijven
- ▸ De inschrijftermijn voor de organisatie van de Zomerspelen in 2024 verloopt op 15 september. Het Internationaal Olympisch Comité beslist in september 2017 op welke stad de keuze valt.[1]
- ▸ De inschrijftermijn voor Obamacare is met een dag verlengd. Ongeveer 1,5 miljoen van de veertig miljoen onverzekerde Amerikanen hebben zich tot nu toe pas aangemeld voor de verplichte zorgverzekering.[2]
- ▸ In Tilburg, Katwijk en Bussum is het in ruim vier maanden tijd niet gelukt om 30 procent van de huishoudens zich te laten inschrijven voor glasvezel. Netwerkbedrijf Reggefiber legt dan geen glasvezel aan, omdat het dan niet rendabel is. In de steden is de inschrijftermijn verlengd, zodat mogelijk alsnog de doelstelling wordt gehaald.[3]
Gangbaarheid
- Het woord inschrijftermijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Hamburg voegt zich bij kandidaten Zomerspelen 2024” (woensdag 9 september 2015, 18:06), NOS
- ↑ Weblink bron “Inschrijving Obamacare verlengd” (maandag 23 december 2013, 21:09), NOS
- ↑ Weblink bron “Minder enthousiasme voor glasvezel” (woensdag 25 september 2013, 11:47), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.