insinuatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  insinuatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·si·nu·a·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zijdelingse verdachtmaking’ voor het eerst aangetroffen in 1764 [1]
  • Naamwoord van handeling van insinueren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord insinuatie insinuaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deinsinuatiev [3]

  1. bedekte beschuldiging, zijdelingse verdachtmaking
  2. (juridisch) gerechtelijke aanzegging
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord insinuatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.