installatiebureau
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: installatiebureau (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·stal·la·tie·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van installatie zn en bureau zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | installatiebureau | installatiebureaus |
verkleinwoord | installatiebureautje | installatiebureautjes |
Zelfstandig naamwoord
het installatiebureau o [1]
- (bouwkunde) bedrijf dat betrokken is bij het aanleggen en ontwerpen van de technische installaties van een gebouw
- ▸ Deze methode heeft hij recent gebruikt voor vijf klanten die vorderingen hebben op een bepaald bedrijf. De klanten zijn een installatiebureau, twee schildersbedrijven, een hovenier en een vijfde onderneming die elk duizenden euro's moeten krijgen.[2]
- ▸ Volgens het OM stond de brug ten tijde van het ongeval op handbediening en drukte de brugwachter een verkeerde knop in, waardoor de Ketelbrug een stukje omhoog ging. Het OM baseert zich mede op onderzoek van een technisch installatiebureau.[3]
Gangbaarheid
- Het woord installatiebureau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Incassobureau dreigt wanbetaler met filmpje op YouTube” (donderdag 13 juli 2017, 10:52), NOS
- ↑ Weblink bron “OM vervolgt brugwachter Ketelbrug” (maandag 7 maart 2011, 16:12), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.