interieurverzorgster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: interieurverzorgster (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·te·ri·eur·ver·zorg·ster
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van interieur zn en verzorgster zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interieurverzorgster | interieurverzorgsters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de interieurverzorgster v
- (eufemisme) (beroep) schoonmaakster
- ▸ Maar je kunt ook heel succesvol in het leven zijn als interieurverzorgster, winkelbediende, politieagent, verpleger of dokter. En hoe hard hebben wij deze mensen nu, in deze coronacrisistijd, nodig! Allemaal beroepen waarop flink bezuinigd is in de afgelopen jaren.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord interieurverzorgster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ interieurverzorgster op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “’Succesvol als verpleger’” (07 apr. 2020), De Telegraaf
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.