intermezzo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  intermezzo    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ter·mez·zo
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘tussenspel’ voor het eerst aangetroffen in 1810 [1]
  • afgeleid van het Italiaanse mezzo (half, middelmatig) met het voorvoegsel inter- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord intermezzo intermezzo's
verkleinwoord intermezzootje intermezzootjes

Zelfstandig naamwoord

hetintermezzoo

  1. een tijdelijke periode van onderbreking van een handeling
    • Tijdens het intermezzo speelde er een bandje. 
     Maar dat het pas later in het onderwijsprogramma kwam, wanneer de leerlingen beter in staat waren de inhoud van dit verschrikkelijke intermezzo in de geschiedenis van Europa in zich op te nemen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord intermezzo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.