internaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  internaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ter·naat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kostschool’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
  • afgeleid van intern met het achtervoegsel -aat
  • Naamwoord van handeling van interneren met het achtervoegsel -aat [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord internaat internaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetinternaato

  1. (maatschappij) een onderwijsinstelling waar de personen niet alleen studeren/werken, maar ook kost en inwoning genieten
    • De afzondering van het internaat was een belangrijk element in de hele geschiedenis van het vormingswerk op De Vonk.[3] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • internaatstaal
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord internaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.