kostschool

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kostschool    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kost·school
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kostschool kostscholen
verkleinwoord kostschooltje kostschooltjes

Zelfstandig naamwoord

dekostschoolv/m

  1. (onderwijs) een school waar de leerlingen vijf dagen per week niet alleen les volgen, maar ook kost en inwoning krijgen
     De Nederlandse Hannah van 11 zit sinds de zomervakantie op een kostschool in Engeland.[1]
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kostschool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Hannah (11) zit op een kostschool” (7 oktober 2019), NOS Nieuws
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.