intoming
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: intoming (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·to·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | intoming | intomingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de intoming v
- het zichzelf of anderen bedwingen, matigen en beheersen
- Hoe zal de Schepper en Onderhouder van deze aardbol, waarover Verhulst schrijft, Zich voelen? Geen vraag? Misschien niet, het derde gebod is helder en laat als het gaat om Verhulsts vloeken geen ruimte. Toorn? Vast wel. Want de Heere zal niet onschuldig houden die Zijn naam ijdel gebruikt. Verdriet? Vast nog veel meer. Het gebod is gegeven tot welzijn, gegeven tot intoming van onze ongebreidelde natuur en neiging tot het verkeerde. De Schepping zucht... door onze schuld. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord intoming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "intoming" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Aad van Toor 12-05-2009 Libris literatuurprijs
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.