intron
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: intron (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪntrɔn/
Woordafbreking
- in·tron
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | intron | introns (intronen) |
verkleinwoord | intronnetje | intronnetjes |
Zelfstandig naamwoord
het intron o
- (biologie) stukje DNA dat zich bevindt in een gen maar dat niet wordt gebruikt om het eiwit te coderen
- Kunt u mij nog een keer uitleggen wat een intron is?
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord intron staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "intron" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈɪntɹɒn/
Woordherkomst en -opbouw
- kofferwoord van intragenic bn region zn
enkelvoud | meervoud |
---|---|
intron | introns |
Zelfstandig naamwoord
intron
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.