introspectie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  introspectie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·tro·spec·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘innerlijke zelfwaarneming’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • afgeleid van het Franse introspection of daarvoor van het Latijnse 'specere' kijken met het voorvoegsel intro-
enkelvoud meervoud
naamwoord introspectie introspecties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deintrospectiev

  1. (psychologie) activiteit waarbij de eigen gedachten, gevoelens en herinneringen tot onderwerp van overdenking gemaakt worden, innerlijke zelfwaarneming
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord introspectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.