investering

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  investering    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ves·te·ring
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van investeren met het achtervoegsel -ing

enkelvoud meervoud
naamwoord investering investeringen
verkleinwoord investerinkje investerinkjes

Zelfstandig naamwoord

deinvesteringv

  1. (economie) een opoffering in tijd, geld of mankracht ten behoeve van een doel dat pas op lange termijn wordt behaald
    • Het is onzeker of die investering zich zal terugbetalen. 
    • Wat betreft de universiteiten stellen de onderzoekers voor om een groter deel van het geld naar technische opleidingen te verschuiven, als investering in die sector. [1] 
    • Europa moet zich ook niet laten verblinden door alle doemscenario’s waarin we tussen China en Amerika worden geplet. Laten we ons maximaal richten op innovaties en investeringen, op minder regeldruk, op meer politieke en economische eenheid.[2] 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord investering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.