invoerquota
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: invoerquota (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·voer·quo·ta
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van invoeren ww en quota zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | invoerquota | invoerquota's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de invoerquota v / m
- (handel) hoeveelheid goederen die men mag importeren
- ▸ Misschien wel de grootste winst voor de Britten is dat er geen importheffingen of invoerquota komen. Dat betekent dat bedrijven evenveel mogen handelen als nu het geval is, zonder extra kosten. "Op het eerste gezicht heeft Johnson dus wel degelijk een aantal beloftes waargemaakt", zegt De Wit. "Zoals het heffingsvrij handelen, geen bemoeienis meer van het Europees Hof van Justitie. En dat het toch gelukt is voor de deadline van 1 januari een deal te sluiten, ondanks de pandemie."[1]
Synoniemen
- invoercontingent
Gangbaarheid
- Het woord invoerquota staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Opluchting over deal, 'maar dit is nog steeds een harde brexit'” (donderdag 24 december 2020, 21:25), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.