irritatiefactor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: irritatiefactor (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ir·ri·ta·tie·fac·tor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van irritatie zn en factor zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | irritatiefactor | irritatiefactoren |
verkleinwoord | irritatiefactortje | irritatiefactortjes |
Zelfstandig naamwoord
de irritatiefactor m
- iets dat ergernis veroorzaakt
- ▸ Volgens de supermarkt verdwijnt met het afschaffen van de muntjes ook de irritatiefactor: klanten hebben dikwijls geen muntje bij zich of moeten ernaar zoeken.[1]
- ▸ In Zuid-Holland is harde muziek in 60 procent van de gevallen de oorzaak van een burenruzie. In Noord-Holland (15 procent van de burenruzies) is overlast van kinderen de grootste irritatiefactor. In Gelderland, waar 12 procent van de burenruzies zich afspeelt, is overhangend groen de voornaamste oorzaak van conflicten.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'irritatiefactor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Muntje voor winkelwagentje Albert Heijn niet meer nodig” (dinsdag 23 augustus 2022, 12:13), NOS
- ↑ Weblink bron “Kwart van de Nederlanders heeft weleens ruzie met de buren” (maandag 25 juli 2016, 08:25), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.