irritatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: irritatie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɪriˈta(t)si / (4 lettergrepen); /ˌɪriˈtaʦi/
Woordafbreking
- ir·ri·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onaangename prikkeling’ voor het eerst aangetroffen in 1614 [1]
- Naamwoord van handeling van irriteren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | irritatie | irritaties |
verkleinwoord | irritatietje | irritatietjes |
Zelfstandig naamwoord
de irritatie v
Hyponiemen
- [1] huidirritatie, slijmvliesirritatie
Afgeleide begrippen
Synoniemen
- ergernis, boosheid, wrevel, ongenoegen, aanstoot, ontstemdheid, getergdheid, frustratie
Vertalingen
1. uitslag
|
Gangbaarheid
- Het woord irritatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "irritatie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "irritatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ irritatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.