isolatiebedrijf


Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  isolatiebedrijf    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • iso·la·tie·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord isolatiebedrijf isolatiebedrijven
verkleinwoord isolatiebedrijfje isolatiebedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

hetisolatiebedrijfo

  1. (economie) bedrijf dat gebouwen isoleert zodat deze gebouwen minder energie nodig hebben voor de verwarming
     Het kabinet wil dat in 2030 ruim twee miljoen extra huizen zijn geïsoleerd, maar gaat die deadline zeker niet halen. Dat zegt de brancheorganisatie van isolatiebedrijven VENIN tegen Nieuwsuur. Probleem is dat in spouwmuren, waar de isolatie in moet, vaak vleermuizen wonen.[1]
     Nummer één op de lijst is isolatiebedrijf Rockwool in Roermond. Op de vraag of uitkoop of verplaatsing een optie is, antwoordt een woordvoerder: "In het algemeen zijn wij voor het terugbrengen van uitstoot via technologische innovaties." Het bedrijf wil wel verduurzamen, maar draagt naar eigen zeggen weinig bij aan de totale stikstofuitstoot in Nederland: 0,1 procent.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'isolatiebedrijf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Floor Ligtvoet
    “Beschermde vleermuis frustreert ambitieuze isolatieplannen kabinet” (maandag 29 mei 2023, 16:00), NOS
  2. Weblink bron
    Hatixhe Raba
    “Industriële bedrijven zien uitkoop of verplaatsing om stikstof niet zitten” (zaterdag 15 oktober 2022, 13:01), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.