jachtstoet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jachtstoet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jacht·stoet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jachtstoet jachtstoeten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejachtstoetm

  1. een groep jagers en honden die op jacht gaan
     De oude graaf die altijd veel jachthonden had gehouden, maar nu alles aan zijn zoon had overgedragen, maakte zich op de 15de september in een vrolijke stemming gereed om zelf ook uit te rijden. Binnen het uur stond de hele jachtstoet voor het bordes.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord jachtstoet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.