jaknikker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jaknikker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈjaknɪkər/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈjaknɪkər/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈjaknɪkər/
Woordafbreking
  • ja·knik·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaknikker jaknikkers
verkleinwoord jaknikkertje jaknikkertjes

Zelfstandig naamwoord

dejaknikkerm

  1. iemand die de eigen mening niet uitspreekt
    • Dat bestuur zit half vol met jaknikkers. 
  2. pomp met een tegengewicht die constant op en neer gaat
    • Hij fietste elke ochtend langs de jaknikkers. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord jaknikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.