janhen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: janhen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- jan·hen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Jan en en hen zn [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | janhen | janhennen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de janhen m
- onmannelijke man, pantoffelheld
Gangbaarheid
- Het woord janhen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "janhen" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
6 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ janhen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.