janker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  janker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jan·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van janken met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord janker jankers
verkleinwoord jankertje jankertjes

Zelfstandig naamwoord

dejankerm

  1. iemand die of dier dat jankt
  2. jasje [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord janker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.