jaszak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jaszak (hulp, bestand)
Woordafbreking
- jas·zak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jas en zak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaszak | jaszakken |
verkleinwoord | jaszakje | jaszakjes |
Zelfstandig naamwoord
de jaszak m
- Een zak in een jas waarin je dingen kunt opbergen of waarin je je handen kunt stoppen om ze warm te houden.
Gangbaarheid
- Het woord jaszak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jaszak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
jaszak
Veluws
Zelfstandig naamwoord
jaszak
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.