jazzpianist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jazzpianist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jazz·pi·a·nist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jazzpianist jazzpianisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejazzpianistm

  1. (muziek) (beroep) iemand die jazzmuziek speelt op een piano
     Geen van zijn idolen, de jazzpianisten op wie hij wilde lijken, is zó laat op gang gekomen; Monk, Bill Evans, McCoy Tyner waren allemaal in de twintig toen ze doorbraken.[1]
     Louis van Dijk, klassiek geschoolde jazzpianist, overleden (78)[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord jazzpianist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
  2. Weblink bron
    Petra Steenhoff
    “Louis van Dijk, klassiek geschoolde jazzpianist, overleden (78)” (12-04-2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.