jeugdzonde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jeugdzonde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jeugd·zon·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeugdzonde jeugdzonden
jeugdzondes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dejeugdzondev/m

  1. misser begaan in de jeugdjaren
     In een tafelgesprek zei hij: "Ik verzet me tegen het idee dat het alleen maar een soort jeugdzonde was. Het is een jongen van 18, maar het liegt er niet om."[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord jeugdzonde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Lucebert van zijn voetstuk gevallen? Voor Remco Campert niet” (table conversation), NOS
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.