jeuk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jeuk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jeuk
enkelvoud meervoud
naamwoord jeuk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejeukm

  1. (medisch) kriebel
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
jeuken

jeuk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jeuken
    • Ik jeuk. 
  2. gebiedende wijs van jeuken
    • Jeuk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jeuken
    • Jeuk je? 

Gangbaarheid

  • Het woord jeuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

jeuk

  1. jeuk; kriebel

Veluws

Zelfstandig naamwoord

jeuk

  1. jeuk; kriebel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.