jobstudent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jobstudent    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdʒɔpstydɛnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • job·stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jobstudent jobstudenten
verkleinwoord jobstudentje jobstudentjes

Zelfstandig naamwoord

dejobstudentm

  1. iemand die hoger onderwijs volgt maar ook kleine baantjes heeft om geld te verdienen
    • Ik heb het jaar dan opnieuw gedaan maar ik ben toen al als jobstudent komen werken op de Volksgazet. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord jobstudent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.