jokdorpel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jokdorpel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈjɔkdɔrpəl/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • jok·dor·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jokdorpel jokdorpels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejokdorpelm

  1. (waterbeheer) natuurstenen balk waarover de sluisdeuren draaien aan het einde van een sluiskolk
     Door herhaalde peiling bleek het eindelijk dat zich onmiddelijk [sic!] boven het midden van den jokdorpel in de ter plaatse met basalt bezette schutkolk, een gat had gevormd van pm. 1 M2. vierkant en 0.90 M. diepte.[4]
Synoniemen
  • jukdorpel (minder gangbaar)

Gangbaarheid

  • Het woord 'jokdorpel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. jokdorpel op website: Etymologiebank.nl
  4. Weblink bron
    A. Gorter
    De onderloopsheid van het Nanninga verlaat en hare herstelling (24-11-1888) in: De Ingenieur , jrg. 3 nr.47, KIvI, blz. 405 kol. 1
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.