juchtleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  juchtleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jucht·leer
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘soort leer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1609 [1]
  • samenstelling van  jucht zn  en  leer zn  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord juchtleer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetjuchtleero

  1. oorspronkelijk uit Rusland afkomstig waterafstotend leer dat met berkenteerolie bereid is
    • De soldatenlaarzen waren van juchtleer vervaardigd. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord juchtleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
51 %van de Nederlanders;
18 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.