kaakspier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kaakspier (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kaak·spier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kaak zn en spier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaakspier | kaakspieren |
verkleinwoord | kaakspiertje | kaakspiertjes |
Zelfstandig naamwoord
de kaakspier v / m
- (anatomie) spier waarmee men de kaken kan sluiten zodat men kan kauwen
- ▸ Niet brute kracht, maar dodelijke precisie was het wapen van Thylacosmilus atrox, het gebuidelde neefje van de sabeltandtijger dat 3,5 miljoen jaar geleden Zuid-Amerika terroriseerde. Uit de vorm van de schedel van het dier concludeerden paleontologen al eerder dat zijn kaakspieren weinig indrukwekkende prestaties leverden.[1]
- ▸ Tegenwoordig wordt het middel bij veel meer aandoeningen gebruikt, zoals een oog dat steeds dichtknijpt of een spastische blaas. Kno-arts Wilbert Boek heeft zelfs een speciaal botoxspreekuur waar hij vooral mensen met hoofdpijn en klemmende kaken ziet. Boek: ,,Ik heb een patiënt die ik al een tijd in de kaak botox. Zijn gezicht wordt steeds smaller. Zo dik was die kaakspier geworden door het klemmen.”[2]
Synoniemen
- kauwspier
Gangbaarheid
- Het woord kaakspier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Buideldier met sabeltanden beet zwakker dan huiskat” (2 juli 2013), NewScientist
- ↑ Weblink bron Cyril Rosman“Botox werkt niet alleen tegen rimpels, maar bij tal van medische problemen” (20-10-2024), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.