kaarsroet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kaarsroet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kaars·roet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaarsroet kaarsroeten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetkaarsroeto

  1. vet waarvan een vetkaars is gemaakt
    • Het behangsel droeg ettelijke sporen van de stormen, die onder de regeering der studenten, mijne voorgangers, in dit verblijf gewoed hadden, en te elken keer dat men de deur opende, steeg er van onder uit den kruidnierswinkel een gemengde geur op van haring en kaas, van stokvisch en citroenen, kaarsroet en gedroogde appelen, waaraan men zich met der tijd gewennen moest. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kaarsroet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
65 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.