kalfshaas
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kalfshaas (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑləfsˌhas / (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
- kalfs·haas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kalf zn "jong rund" en haas zn "malse spier" met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kalfshaas | kalfshazen |
verkleinwoord | kalfshaasje | kalfshaasjes |
Zelfstandig naamwoord
de kalfshaas m
- (voeding) mals vlees afkomstig van de rugspieren in de lende van een jong rund
- ▸ De kalfshaas mag een tikje te droog zijn, de krokant gebakken zwezerik is perfect bereid.[1]
Hyponiemen
- runderhaas
Gangbaarheid
- Het woord kalfshaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Joep Habets“Polderwijngaard” (26 mei 2007) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.