kalkgebrek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kalkgebrek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑləkxəˌbrɛk/ (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kalk·ge·brek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kalkgebrek -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetkalkgebreko

  1. (fysiologie) tekort aan calcium in de voeding
     De belangstelling voor de `geneeskunst' werd bij hem gewekt toen hij op negenjarige leeftijd Rachitis (Engelse ziekte) kreeg. Bij deze ziekte leidt een kalkgebrek tot een onderontwikkeld of misvormd beenderstelsel.[1]
     Vogels in verzuurde bossen kampen met een ernstig kalkgebrek. Hun eieren zijn te bros om uit te broeden.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'kalkgebrek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Cees Banning
    “`Een zuiver voorbeeld van pseudologia fantastica'” (22 januari 2001) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    Marion de Boo
    “Mezen wel blij met lege dop” (31 maart 1994) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.