kansenparel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kansenparel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑnsə(n)ˌparəl/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kan·sen·pa·rel
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  kans zn  en  parel zn  met het invoegsel -en-  in de jaren 10 van de 21e eeuw in uiterst rechtse kringen gangbaar geworden sarcastische combinatie van twee termen die wel eens worden gebruikt door voorstanders van een ruimhartig toelatingsbeleid
enkelvoud meervoud
naamwoord kansenparel kansenparels
verkleinwoord kansenpareltje kansenpareltjes

Zelfstandig naamwoord

dekansenparelv

  1. (pejoratief) immigrant uit een niet-westers land
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'kansenparel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.